Twee weken geleden kreeg ik een telefoontje met de vraag of ik opa gedag wilde zeggen. Hij lag in het ziekenhuis en het zag er niet best uit voor hem. Ja uiteraard wilde ik dat! Direct ben ik in mijn auto gestapt en naar het ziekenhuis gesjeest…
Een jaar geleden spraken we voor het eerst over leven, dood en het leven na de dood. Opa geloofde er niet in. Na de dood was het zwart volgens hem. Ik hoop toch echt dat er meer is na de dood, puur omdat ik het leven zo leuk vind.
Een paar maanden geleden spraken we samen over de dood alleen. En over het feit dat op je 92e het leven geen hoogtepunten meer zal kennen. Dat de bonus inmiddels wel is geweest. Dat er kwaaltjes komen. Dat het een kwestie van tijd is.
Een paar weken geleden hadden we het er weer over. En over dat dit de laatste winter zou zijn. Dat hij opzag tegen de koude en donkere maand. Dat het zo stil was in huis. Dat hij mooie herinneringen had, maar ook dat er geen nieuwe meer gemaakt zouden worden.
Vorige week spraken we elkaar voor het laatst. Kort, maar lang genoeg om afscheid te kunnen nemen. We hebben beiden uitgesproken dat we genoten van de uren dat ik bij hem was. Dat we blij zijn dat we elkaar hebben leren kennen. Dat ik van hem heb geleerd. En dat hij hoopte dat ik de rest van mijn leven gelukkig zou zijn. Af en toe viel hij in slaap, soms was hij klaarwakker. Ik heb hem nog wat vla gegeven en gewoon naast hem gezeten. Er zijn is vaak voldoende. Dat was het nu ook.
Na een half uur zei hij ‘nu ga jij van je vrijheid genieten en ga ik nog even slapen’. Dat was het. Dat was opa. Ik heb hem nog een zoen op zijn voorhoofd gegeven en ben weggegaan.
Bedankt voor alles. En ookal gelooft u er niet in, ik blijf geloven in het leven na de dood… Ik was namelijk nog lang niet met u uitgekletst…