Opa’s

Ik stap in mijn joggingbroek uit de auto. Mijn haar zit op zolder en de make-up zit halverwege mijn wangen. Naast mijn auto staat een oude man. De opa. Hij wijst naar mijn auto en zegt ‘leuk karretje rij je’. Geen idee waarom, maar ik loop naar hem toe en samen kletsen we wat.

Eerst gaat het over mijn auto. Opa constateert dat ie erg vies is, en dat ie door de wasstraat moet. Zelf is hij die ochtend nog door de wasstraat geweest (toen hij het zei klonk het oprecht grappig!). Ook verteld hij dat zijn dochter dezelfde auto heeft alleen dan een andere kleur wit. Wit is wel een veilige kleur want in het donker val je beter op, aldus opa. Jaja, hij kletst lekker door.
Daarna gaat het over zijn vrouw. Hij verteld dat ze na 72 jaar huwelijk is overleden. Vooral het opstaan vind hij koud. Hij mist haar enorm. Gelukkig ziet hij zijn kinderen veel maar zijn kleinkinderen helaas te weinig. Ze wonen wel in de buurt, maar ja, ‘die voetballen graag in het weekend’ zegt hij.
Ook hebben we het over mijn outfit. Ik vertel dat ik aan het verhuizen ben. Ik wijs naar boven naar mijn terras en leg uit waar ik woon. Opa vraagt of ik al getrouwd ben en constateert dat ik ga ‘hokken’.  Haha….
Na al dit geklets maak ik even een klein rekensommetje, aangezien hij 72 jaar getrouwd is geweest moet hij ouder zijn dan dat hij lijkt. Hij verklapt dat hij 95 is en dat zijn vrouw 92 is geworden. Bijzonder. Na zoveel jaar nog met zoveel liefde over iemand spreken vind ik echt heel mooi.
Heel grappig maar uiteindelijk besluiten we om ons voor te stellen, en hierna nemen we afscheid.

Ik loop weg richting mijn voordeur. Om welke reden dan ook draai ik me nog een keer om, en op dat moment doet de opa hetzelfde. Hij wuift naar me en roept nog iets. Ik versta hem niet dus besluit terug te lopen.

Hij legt uit dat hij baalt dat hij zijn camera niet bij zich heeft, want hij schildert graag portretten. Dan had hij namelijk een foto kunnen maken van me. Ik glimlach, want ik vind dit wel echt heel schattig.
‘Alhoewel…’ Als hij beter kijkt bedenkt hij zich. ‘Nee’ zegt hij, ‘toch niet. Je hebt niet voldoende rimpels. Ik zou zo uitgeschilderd zijn met jou’.

Ik begin nu breed te lachen, bedank hem en wens hem nogmaals een fijne dag.

Meneer Stegeman, u bent mijn nieuwe favoriete opa.